In het afgelopen jaar zijn er verschillende momenten geweest waarbij de belangen van verschillende bewonersgroepen niet met elkaar overeenkwamen en de gemoederen nogal eens sterk opliepen. Voorbeelden hiervan zijn de parkeerproblemen aan de Notaris van Puttenstraat waarbij een deel van de bewoners een parkeer vergunningzone wilde en een ander deel niet. Een ander voorbeeld is het grasveld op de hoek Ruijsstraat Bitterstraat waar buurtbewoners voorstelden een mozaïekkunstwerk te plaatsen en er ideeën waren voor een familieschommel.
Deze voorstellen stuitte op grote weerstand van veel omwonenden, vanwege mogelijke overlast. Zo is er ook het voorstel voor de speelplaats op het Slijpkruikgebied dat ouders met kinderen uit de buurt in samenwerking met de gemeente hebben ontwikkeld. Hoewel er ruimte in de herinrichting voor het Sluipkruikgebied is opgenomen, was er ook hier veel weerstand van omwonenden wegens mogelijke overlast van jongeren. Het woord “hangjongeren” valt al snel bij voorstellen om de openbare ruimte anders in te vullen. Het lijkt ook al gauw dat omwonenden van een plein of een grasveld dit als een verlengstuk van de de eigen woning zien er zich eigenaar van voelen, waar mensen die hier niet direct aan wonen eigenlijk niets over zouden moeten zeggen.
De openbare ruimte in een buurt is juist bedoeld om de buurt leefbaarder te maken. Als alles volgebouwd wordt, geeft dat een behoorlijk benauwd gevoel. In die zin kunnen we in onze buurt blij zijn met de ruimtes die we hebben. De openbare ruimte zou ook een grotere rol mogen spelen in de ontmoeting tussen buurtgenoten. Ontmoeten wordt een steeds belangrijker thema binnen onze gemeente. We horen in gesprekken met bewoners vaak dat er vroeger veel meer contact was tussen de mensen in de buurt. Waar vroeger mensen elkaar tegenkwamen bij de bakker, de slager, de melkboer of de groenteboer in de buurt, moeten we het nu hebben van de contacten op straat, plein of park. Bij mensen met een hond gaat dit vaak vanzelf. Voor anderen biedt onze openbare ruimte weinig aanknopingspunten: er zijn nauwelijks bankjes om te zitten, weinig speelgelegenheid voor ouders met kleine kinderen, beweegplekken voor ouderen of andere manieren om mensen te stimuleren om van de ruimte gebruik te maken.
Aan de andere kant is het ook duidelijk dat bij de inrichting van de openbare ruimte met de belangen van alle bewoners rekening gehouden zal moeten worden. Daarmee moet ook aandacht geschonken worden aan de mogelijke overlast voor omwonenden. De angst voor overlast mag echter niet het alles overheersende principe zijn. Dat is het paard achter de wagen spannen. We gaan tenslotte ook geen wegen en trottoirs afsluiten omdat er af en toe een auto te hard rijdt of verkeerd geparkeerd staat of omdat we hondenpoep op de stoep vinden. Als er overlast is, zullen we de overlast zelf moeten aanpakken zonder een normaal gebruik en de ontmoetings- en recreatiefunctie die een park of plein heeft fors in de weg te staan. We zullen op volwassen wijze met elkaar om moeten gaan en naar elkaar moeten luisteren om de wensen en belangen van iedereen zo goed mogelijk een plaats te geven.
Dit is wat bijvoorbeeld heel goed gelukt is bij de herinrichting van het skateplein aan de Bettekamp in 2012. Toen zijn alle belanghebbenden bij elkaar gebracht, zowel omwonenden als jongeren die van de skatebaan gebruik maakten en er is uiteindelijk een plan gerealiseerd dat een mooie speelplek is geworden voor diverse leeftijdscategorieën en tegelijk minder overlast oplevert. Er zijn toen afspraken gemaakt met de Afdeling Toezicht en o.a. regels opgesteld zoals het verbod om na 's avonds 22.00uur van het plein gebruik te maken. Er wordt veel van het skateplein gebruikt gemaakt en er zijn betrekkelijk weinig klachten van omwonenden.
Er is geen reden waarom dit niet vaker zou kunnen worden gedaan en zou kunnen werken. Zo zijn er Begin december ibijeenkomsten geweest rond het parkeren en van de omwonenden en van de initiatiefnemers van de speelplaats op het Slijpkruikgebied. Het accent in die bijeenkomsten heeft gelukig gelelgen op het luisteren naar elkaar en in het vinden van creatieve oplossingen die in het gezamenlijke belang zijn. Hiermee is er goede vertrouwen dat deze zaken in het nieuwe jaar naar tevredenheid kunnen worden opgelost. De buurt is tenslotte van ons allemaal.
NB. Dit artikel is eerder verschenen in het buurtblad Nieuws uit de Zeeheldenbuurt. De tekst is enigszins aangepast met de resultaten van de recente besprekingen.